Als blijkt dat een oudere patiënt kwetsbaar is is het belangrijk om op gestructureerde wijze na te gaan op welke domeinen de oudere problemen ervaart.
Het uitgangspunt is dat (kwetsbare) ouderen zoveel mogelijk zélf keuzes maken over de aard en mate van ondersteuning.
Anamnese
Om een compleet beeld te krijgen wordt een uitgebreide anamnese afgenomen tijdens een huisbezoek. In dit gesprek wordt duidelijk welke problemen urgent zijn en waarmee de oudere aan de slag wil gaan. Voor het eerste contactmoment met de oudere kan gebruik gemaakt worden van de handreiking Eerste Contact.
Spreek in het kernteam af wie de anamnese afneemt (meestal is dit de Praktijkondersteuner, maar soms is ook wijkverpleging al betrokken) en welk instrument diegene gebruikt.
Er zijn verschillende instrumenten beschikbaar voor het afnemen van een anamnese, zie voor uitgebreide toelichting ook hoofdstuk 9 uit het boek Ouderenzorg in de huisartsenpraktijk.
- TraZag
- Positieve Gezondheid
- SFMPC model
- EasyCare
- GeriatrICS (SamenOud-anamnese)
- Comprehensive Geriatric Assessment (CGA)
Welk instrument wordt gekozen, hangt af van persoonlijke voorkeur of van wat al binnen de wijk wordt gebruikt. De uitkomsten van de anamnese worden gebruikt voor het opstellen van het zorgplan.
Netwerk in beeld brengen
Om te weten wie er bij de oudere zijn betrokken en het netwerk in te schakelen voor hulp en ondersteuning, wordt het netwerk van de patiënt in beeld gebracht, zie hiervoor de handreiking Netwerk in Beeld. Voor communicatie met het netwerk wordt gebruik gemaakt van de OZO-Verbindzorg.
Proactieve zorgplanning
Bespreek ook met de oudere welke wensen er zijn ten aanzien van het levenseinde (zie ook Proactieve Zorgplanning).
Toestemming MDO
Daarnaast moet de patiënt toestemming geven om besproken te worden in een MDO met meerdere disciplines.
Optioneel: lichamelijk onderzoek
Afhankelijk van de werkprocessen in de huisartsenpraktijk, voer je ook lichamelijk onderzoek uit bij de oudere. Het lichamelijk onderzoek bestaat uit het vaststellen van: het gewicht, de lengte, de pols en de tensie.
Optioneel: laboratoriumonderzoek
Afhankelijk van de werkprocessen in de huisartsenpraktijk, voer je ook laboratoriumonderzoek uit. Items die recent zijn bepaald, hoeven niet opnieuw onderzocht te worden. Wat ‘recent’ is, wordt aan het oordeel van de wijkverpleegkundige/POH overgelaten (dit zal per item verschillen).
Optioneel: Medicatiebeoordeling
De apotheker kan de medicatie van de ouderen onderzoeken.
Registratie
Registratie van de ouderenzorg in het HIS kan onder:
- A20: Levenseinde gesprek
- A13: Medicatiebeoordeling
- A80: Vallen
- Z04.3: Eenzaamheid
- T05: Voedingsproblemen/ondervoeding
- P20: Geheugenproblemen
- P76: Depressie